Tempels, Boeddha’s en Stupa’s

Op maandag zouden we om 10 uur worden opgehaald door onze chauffeur, maar we moeten nog even wennen aan het Srilankaans kwartiertje. Ook zij kennen deze. Dus om 10:30 uur komt Sithara, onze chauffeur, dan eindelijk.

We gaan op weg, maar eerst nog even langs een katholieke kerk in Colombo. Er zijn blijkbaar in dit gedeelte van het land veel katholieken. Dus even kijken in de kerk en dan weer door.

We hebben een lange rit voor de boeg van 4 uur rijden.

Onderweg komen we langs een Tamil-tempel, hier worden niet alleen de goede goden geëerd, maar ook de kwaden. We moeten onze lange broek aan en dat zullen we nog moeten doen bij alle heilige plaatsen.

Onze chauffeur, een echte ritselaar, heeft voor ons geregeld dat we een special privilege krijgen. We worden gezegend met een rode stip op ons hoofd, waar we de hele dag mee hebben rondgelopen.

Dan stoppen we onderweg voor een speciale vrucht, de rambutan. Deze is rood en stekelig met een zoete witte vrucht. Helaas hebben we geen foto, want Kyan vond het heel erg lekker, dus het was snel op.

Toen was het al weer tijd voor de lunch, rice and curry, typisch Srilankaans.

We waren al bijna bij het hotel, dus we dachten dat we daar naartoe gingen, maar niets was minder waar.

We gingen namelijk nog de oude koningsstad Anuradharpura bekijken, maar dan ook alles.

Dus we hebben heel veel stupa’s en Boeddha’s gezien en de heilige Bodhiboom, zie foto’s.

Om 19 uur eindelijk aangekomen in ons hotel.

De volgende dag was de bestemming Mihintale. Dit is de eerste gestichte stad van Sri Lanka.

Onderweg nog even water gehaald en dat was maar goed ook, want het was erg heet daar.

Na 424 treden te hebben geklommen, waren we er nog niet. Nee, dit was nog maar het begin.

Hier konden pas de tickets worden gekocht en dan nog weer heel veel tredes.

We zagen eerst de plekken waar de monniken vroeger aten, offerden en baden, daarna was het tijd om de schoenen uit te doen en mochten we op sokken of blote voeten verder over de hete stenen.

We namen eerst de trap naar een stupa, vervolgens naar een rots waar de monnik de koning had toegeroepen om vrede te stichten. Toen we ook deze rots hadden beklommen, zei de chauffeur dat de meeste toeristen deze rots niet beklommen vanwege de hitte en gladde stenen. Maar toen waren we al beneden. Iris en Roy zijn nog naar de witte Boeddha geklommen en toen konden we weer alle tredes naar beneden.

Onderweg naar het hotel nog even geluncht, weer rice en curry.

Daarna lekker gezwommen in het zwembad en gerelaxt.